Wat zijn de voordelen van de 30%-regeling?
Kan ik gebruik maken van de 30%-regeling?
Kan ik de 30%-regeling aanvragen als mijn werknemer studeerde in Nederland?
Zijn er uitzonderingen op de 150KM-voorwaarde (voor studenten)?
Voor wie geldt de verlaagde salarisnorm?
Hoe kan ik bewijzen dat mijn vaardigheden en expertise schaars zijn op de Nederlandse arbeidsmarkt?
Hoe wordt de 30%-regeling berekend?
Mag de 30%-regeling lager zijn dan 30%?
Is er een minimum verblijf in Nederland nodig om gebruik te kunnen maken van de 30%-regeling?
Verlies ik de 30%-regeling als ik de Nederlandse nationaliteit krijg?
Is de 30%-regeling van toepassing op een ontslaguitkering?
Kan de 30%-regeling met terugwerkende kracht worden toegepast?
Hoe werkt de 30%-regeling bij parttime werken of bij ouderschaps-/zwangerschapsverlof?
Geldt de 30%-regeling ook voor nabestaanden en/of een partner?
Wat als de werknemer een tijdelijk contract heeft?
Wat gebeurt er als ik van werkgever verander?
Welke kosten worden beschouwd als extraterritoriale kosten?
Wanneer is een school een internationale school of een school met een internationale afdeling?
Welke instituten worden beschouwd als aangewezen medische instituten?
Welke instituten worden beschouwd als aangewezen onderzoeksinstelling?
Wat is een 30% addendum bij de arbeidsovereenkomst en is dit verplicht?
Heb ik recht op de 30%-regeling bij eerder verblijf in Nederland?
Kan de 30%-regeling worden toegepast in een periode van ‘garden leave’?
Hoger netto loon of lagere werkgeverslasten
De 30%-regeling is een zeer voordelige regeling en zorgt voor een hoger netto salaris, doordat maximaal 30% van het salaris van een werknemer belastingvrij betaald mag worden. De 30%-regeling wordt voor maximaal 5 jaar toegekend.
Zowel binnenlandse als buitenlandse belastingplichtigen kunnen profiteren van de 30%-regeling als zij aan de voorwaarden voldoen. Indien de werkgever besluit de werknemer een netto gegarandeerd salaris uit te betalen, kan de werkgever kosten besparen door de lagere werkgeverslasten.
Minder belasting op vermogen
Iemand die fiscaal als inwoner van Nederland wordt gezien, noemen wij ook wel een binnenlands belastingplichtige. Een binnenlands belastingplichtige van Nederland is in principe belastover het wereldinkomen volgens het Nederlandse belastingstelsel (box 1, 2 en 3). Indien de 30%-regeling wordt toegekend, kan een binnenlands belastingplichtige ervoor opteren als gedeeltelijk buitenlands belastingplichtige te worden behandeld. Hierdoor wordt de belastingplichtige behandelt als buitenlands belastingplichtige belast in box 2 en box 3 en is hierdoor vrijgesteld van vermogensbelasting (behalve voor Nederlandse vastgoedbeleggingen, niet zijnde het hoofdverblijf).
Eenvoudig rijbewijs omwisselen – geen examen nodig
Tot slot is er nog een voordeel dat vooral een praktisch voordeel is. Iemand die in Nederland komt wonen en werken met een buitenlands rijbewijs, mag slechts een beperkte tijd in Nederland rijden (in de meeste gevallen maximaal 6 maanden met een geldig buitenlands rijbewijs). Na die periode is het in de meeste gevallen verplicht een Nederlands rijexamen af te leggen om een Nederlands rijbewijs te krijgen. Indien iemand de 30%-regeling krijgt toegekend, is het echter mogelijk om het buitenlandse rijbewijs om te wisselen voor een Nederlands rijbewijs zonder rijexamen. Dit geldt ook voor alle gezinsleden die op hetzelfde adres staan ingeschreven als de houder van de 30%-regeling. Dit bespaart tijd en geld voor de belastingplichtige en de partner.
De 30%-regeling is een zeer voordelige regeling, maar helaas niet van toepassing op iedereen die in Nederland komt werken. Er moet aan de volgende verplichte voorwaarden worden voldaan.
Voorwaarden
Specifieke expertise
Er is sprake van een specifieke expertise als er voldaan wordt aan een salariscriterium. Dit salariscriterium is afhankelijk van de leeftijd van een persoon.
Een werknemer, komt in aanmerking als het salaris, exclusief het voordeel van de 30%-regeling, hoger is dan de volgende ondergrens:
€ 41.954 in 2023
€ 39.467 in 2022
€ 38.961 in 2021
Om het maximale voordeel van de 30%-regeling te behalen dient iemand, ouder dan 30 jaar, dus het volgende bruto salaris te ontvangen:
€ 59.934 in 2023
€ 56.381 in 2022
€ 55.659 in 2021
Voor iemand jonger dan 30 jaar, met een Nederlands masterdiploma (of een gelijkwaardige titel in een ander land), geldt een lager salariscriterium. Het salaris, exclusief het heffingsvrij vermogen in Nederland, dient meer te zijn dan:
€ 31.891 in 2023
€ 30.001 in 2022
€ 29.616 in 2021
Om het maximale voordeel van de 30%-regeling te behalen dient iemand, jonger dan 30 jaar, dus het volgende bruto salaris te ontvangen:
€ 45.559 in 2023
€ 42.859 in 2022
€ 42.309 in 2021
Voor iemand die wetenschappelijk onderzoek doet bij een aangewezen onderzoeksinstelling, of arts in opleiding tot specialist, geldt er geen salarisgrens.
Buiten Nederland aangeworven
Deze voorwaarde houdt in dat een werknemer in de 24 maanden voorafgaand aan de eerste werkdag in Nederland meer dan 16 maanden op een afstand van meer dan 150 kilometer van de Nederlandse grens moet hebben gewoond. Iemand die in België of Luxemburg heeft gewoond, voldoet niet aan deze voorwaarden, en ook niet aan bepaalde delen van Frankrijk, Duitsland en het Verenigd Koninkrijk.
Als iemand tijdens de aanwerving in het Caribische deel van het Nederlandse Koninkrijk (Aruba, Bonaire, Sint Eustatius, Saba, Curaçao of Sint Maarten) woonde, wordt dit ook beschouwd als geworven uit het buitenland.
De werknemer dient zelf met bewijsstukken te kunnen aantonen dat er sprake is geweest van wonen in het buitenland.
Als de werknemer tijdens de studie in Nederland woonde en studeerde en aansluitend daarna een baan vindt, kun deze werknemer in principe niet worden beschouwd als geworven uit het buitenland (dat is een van de voorwaarden waaraan moet worden voldaan).
Als de werknemer echter tijdelijk in Nederland was (door bijvoorbeeld een tijdelijk studentenvisum als jij van buiten de EU komt), komt de werknemer misschien nog wel in aanmerking voor de 30%-regeling. Laat dit in dergelijke gevallen altijd onderzoeken om te voorkomen dat de werknemer er later achter komt, wellicht wel recht te hebben en ontevreden is.
In dat geval moet de werknemerkunnen aantonen dat er tijdens de studie geen sprake was van inwonerschap in Nederland en dat het middelpunt van het persoonlijke en economische leven buiten Nederland lag. Elke situatie is anders en er moet een zaak met bewijs worden voorgelegd aan de Belastingdienst. Verder dient ook aan alle overige voorwaarden te worden voldaan. Wij zijn gespecialiseerd in dit soort verzoeken, dus neem contact met ons op als u onze hulp nodig heeft.
Iemand die naar Nederland is gekomen om te promoveren en binnen 1 jaar na afronding van de promotie een baan heeft gevonden, wordt ook beschouwd als aangeworven vanuit het buitenland.
Een van de voorwaarden voor de 30%-regeling is dateen werknemer in de 24 maanden voorafgaand aan de eerste werkdag in Nederland meer dan 16 maanden op een afstand van meer dan 150 kilometer van de Nederlandse grens moet hebben gewoond.
Er zijn een paar situaties die kunnen worden vrijgesteld van de 150KM-voorwaarde.
De 30%-regeling is in het verleden aan de werknemer toegekend
Als een werknemer in Nederland komt werken (of terugkeert naar) en eerder de 30%-regeling heeft gekregen (of had kunnen krijgen), kan de werknemer de 30%-regeling mogelijk verliezen als hij minder dan 16 maanden eerder buiten Nederland heeft gewoond tot zijn terugkeer. Om diskwalificatie bij terugkeer naar Nederland te voorkomen, wordt vrijstelling van de 150KM-voorwaarde verleend voor een nieuwe of hernieuwde Nederlandse dienstbetrekking/opdracht op voorwaarde dat:
De werknemer heeft voorafgaand aan een eerdere Nederlandse dienstbetrekking meer dan 2/3e van de periode van 24 maanden buiten de genoemde straal van 150 km gewoond, en dit vorige dienstverband is niet eerder ingegaan dan 5 jaar voor de ingangsdatum van het nieuwe Nederlandse dienstverband (of 8 jaar als uw vorige dienstverband minimaal 8 jaar geleden had moeten zijn begonnen).
Afhankelijk van de specifieke feiten en omstandigheden kan de eerder verkregen 30%-regeling (bij dezelfde werkgever) nog steeds gelden en hoeft er dus geen nieuwe aanvraag te worden ingediend. In dat geval gaat echter de in het buitenland doorgebrachte tijd waarin de werknemer niet daadwerkelijk van de 30%-regeling heeft genoten verloren (bijvoorbeeld omdat hij in het buitenland belastingplichtig was) (d.w.z. de duur van de 30%-regeling wordt niet verlengd).
De werknemer is gepromoveerd of gepromoveerd
Ook universitaire doctoraten, die voorheen buiten de genoemde straal van 150 KM woonden, kunnen in aanmerking komen voor de 30%-regeling. Het is belangrijk om te weten dat de periode waarin ze in de straal van 150 KM woonden, niet in aanmerking wordt genomen om te bepalen of ze uit het buitenland zijn gerekruteerd. Let op: dit is alleen van toepassing als de gepromoveerden binnen een jaar na het behalen van hun promotie in een Nederlandse baan gaan werken.
Universitaire doctoraten moeten nog voldoen aan de salarisnorm, die afhankelijk is van hun leeftijd (jonger dan 30 of niet) en/of waar ze gaan werken (onderwijs- en onderzoeksinstellingen of andere).
Een persoon jonger dan 30 jaar met een Nederlands masterdiploma (of een gelijkwaardige titel in een ander land), die voldoet aan het lagere (onder 30 jaar) salariscriterium.
€ 31.891 in 2023
€ 30.001 in 2022
€ 29.616 in 2021
Iemand die wetenschappelijk onderzoek doet bij een aangewezen onderzoeksinstelling, of arts in opleiding is tot specialist, kan altijd gebruik maken van de 30%-regeling en in die gevallen geldt er geen salarisgrens.
Niet alle buitenlandse masteropleidingen kunnen als een gelijkwaardige titel worden beschouwd. De Belastingdienst kan om een aanvullende beoordeling van het diploma verzoeken om er zeker van te zijn dat het (master) diploma gelijk (of hoger) is aan een master diploma in Nederland. De evaluatie dient te worden gedaan door de NUFFIC (een Nederlandse organisatie).
Jonger dan 30 jaar met een kwalificerende master titel, wat gebeurt er als iemand 30 wordt?
Als iemand de 30%-regeling krijgt, jonger bent dan 30 jaar, maar die al voldoet al aan het reguliere (hogere) salariscriterium, dan heeft dit geen gevolgen voor de situatie.
Als een werknemer de 30%-regeling krijgt terwijl de werknemer jonger is dan 30 jaar en gebruik maakt van het verlaagde salariscriterium (specifiek voor kwalificerende masterstudenten), dan kan dit gevolgen voor de toepassing van de 30%-regeling hebben.
In dat geval geldt het volgende. Vanaf de eerste dag van de maand volgend op de maand waarin de werknemer 30 jaar wordt, moet het salaris van de werknemer minimaal het vereiste salaris voor inkomende werknemers boven de 30 zijn (regulier salariscriterium).
In het jaar dat de werknemer 30 wordt, wordt het salaris naar rato berekend om het maximale bedrag te berekenen dat belastingvrij kan worden vergoed.
Voorbeeld: Als iemand op 1 juli 30 wordt, dan moet voor de maanden januari – juni het verdiende (belastbare) salaris minimaal 6/12 * verlaagd salarisniveau zijn en voor de maanden juli – 6/12 december * regulier salariscriterium.
Vakantiegeld en 13e maand moeten worden verdeeld over 12 maanden. Dus indien de werknemer in mei vakantietoeslag ontvangt, wordt 4/12 van de toeslag verdeeld over de eerste periode en 8/12 over de tweede periode. Hetzelfde geldt als de werknemer in december een 13e maand ontvangt, 4/12 verdeeld over de eerste periode en 8/12 over de tweede periode. Als de werknemer een bonus ontvangt, moet er gecontroleerd worden op basis van welke periode de bonus is toegekend.
Er is sprake van een specifieke expertise als er voldaan wordt aan een salariscriterium. Dit salariscriterium is afhankelijk van de leeftijd van een persoon.
Een werknemer, komt in aanmerking als het salaris, exclusief het voordeel van de 30%-regeling, hoger is dan de volgende ondergrens:
€ 41.954 in 2023
€ 39.467 in 2022
€ 38.961 in 2021
Om het maximale voordeel van de 30%-regeling te behalen dient iemand, ouder dan 30 jaar, dus het volgende bruto salaris te ontvangen:
€ 59.934 in 2023
€ 56.381 in 2022
€ 55.659 in 2021
Voor iemand jonger dan 30 jaar, met een Nederlands masterdiploma (of een gelijkwaardige titel in een ander land), geldt een lager salariscriterium. Het salaris, exclusief het heffingsvrij vermogen in Nederland, dient meer te zijn dan:
€ 31.891 in 2023
€ 30.001 in 2022
€ 29.616 in 2021
Om het maximale voordeel van de 30%-regeling te behalen dient iemand, jonger dan 30 jaar, dus het volgende bruto salaris te ontvangen:
€ 45.559 in 2023
€ 42.859 in 2022
€ 42.309 in 2021
Voor iemand die wetenschappelijk onderzoek doet bij een aangewezen onderzoeksinstelling, of arts in opleiding tot specialist, geldt er geen salarisgrens.
De 30%-regeling wordt berekend als maximaal 30% van alle salariselementen (brutosalaris, bonus, vakantiegeld, etc.). Dit bedrag wordt in mindering gebracht op het belastbaar inkomen van de werknemer en de overige 70% wordt progressief belast.
We hebben hieronder een vereenvoudigd voorbeeld gegeven.
Bruto salaris per maand: € 6.000
30%-regeling voordeel: € 1.800 (30% van € 6.000)
Salaris dat wordt belast: € 4.200 (70% van € 6.000)
Belasting over salaris: € 2.100 (50% als voorbeeld)
Netto salaris: € 3.900 (€ 2.100 + € 1.800)
Heb je twijfels over of hulp nodig bij een berekening, neem dan gerust contact met ons op voor een controle.
Het voordeel van de 30%-regeling is maximaal 30%, maar kan ook minder zijn.
Dit kunnen wij als volgt toelichten. Het salariscriterium is een minimaal belastbaar loon van € 41.954 (bij meer dan 30 jaar en in 2023). Deze € 41.954 komt overeen met 70% van het totale inkomen indien de 30%-regeling wordt gemaximaliseerd (30%). Met andere woorden, als u een brutoloon zou verdienen van € 59.934 en een uitkering van 30% van € 17.980, dan zou de belastbare basis precies het minimum van € 41.954 zijn.
Is het totale brutoloonpakket (inclusief bonus, vakantiegeld etc.) lager dan € 59.934, dan is het voordeel van de 30%-regeling lager dan 30%. Een voorbeeld ter verduidelijking:
Bruto salaris per maand: € 4.000 (geen andere inkomsten, noch vakantiegeld)
Jaarsalaris: € 48.000 (12 * € 4.000)
Salariscriterium: € 41.954 (minimaal belastbaar salaris)
Maximale uitkering 30% regeling: € 6.046 (€ 48.000 – € 41.954)
Werkelijk percentage 30% regeling: 12,60% (€ 6.046 / € 48.000)
Als u in ons voorbeeld 30% aftrek van het belastbare loon zou toepassen op de Euro 48.000,- zou dat resulteren in een belastbaar inkomen van Euro 33.600. Aangezien dit het belastbare loon onder de minimumgrens zou brengen, is dit niet toegestaan. Om die reden is een berekening van een pro rata voordeel nodig. De salarisadministratie maakt deze berekeningen in de meeste gevallen op.
Indien hulp nodig is bij dergelijke berekeningen of u de salarisadministratie wel eens wil laten controleren of de 30%-regeling correct is verwerkt, neem dan gerust contact op voor onze 30% payroll scan.
Nee, er is geen minimum verblijf vereist om gebruik te kunnen maken van de 30%-regeling. Als er sprake is van een Nederlandse werkgever en de werknemer werkt in Nederland bij een Nederlandse werkgever, dan kan de werknemer profiteren van de 30%-regeling als aan alle voorwaarden is voldaan. Dat geldt ook voor mensen die geen woonplaats in Nederland hebben (buitenlandse belastingplichtigen).
Er geldt alleen een maximale looptijd van de 30%-regeling. De 30%-regeling kan worden verleend voor een periode van maximaal 5 jaar (vroeger was dit langer). Eerdere verblijven in Nederland kunnen van deze maximale termijn worden afgetrokken.
U verliest de 30%-regeling niet als u de Nederlandse nationaliteit krijgt, omdat nationaliteit niet relevant is voor de 30%-regeling.
De 30%-regeling kan niet worden toegepast op een ontslaguitkering, omdat deze niet onder inkomsten uit tegenwoordige dienstbetrekking valt. Een ontslaguitkering wordt beschouwd als een tegemoetkoming voor het wegvallen van toekomstig inkomen en/of pensioen. Hoewel het bedrag gebaseerd is op arbeid die in het verleden is verricht en gerelateerd is aan het arbeidsverleden bij die werkgever, is het niet specifiek gebaseerd op recent verrichte arbeid en kan de ontslagvergoeding dus niet worden meegerekend als inkomsten uit tegenwoordige dienstbetrekking. Als gevolg hiervan is de 30%-regeling niet van toepassing op ontslaguitkeringen.
De aanvraag voor de 30%-regeling moet binnen 4 maanden na indiensttreding bij de werkgever, bij de Belastingdienst worden ingediend. Na toekenning mag de loonadministratie van de werkgever de 30%-regeling met terugwerkende kracht verwerken tot de toekenningsdatum die staat vermeld op de beschikkingsbrief van de Belastingdienst.
Indien de aanvraag voor de 30%-regeling niet binnen 4 maanden na de ingangsdatum van het dienstverband wordt ingediend, kan de 30%-regeling niet met terugwerkende kracht worden verwerkt en gaat deze pas in vanaf de maand volgend op de datum van indiening van de aanvraag voor de 30%-regeling. Verder wordt de looptijd van de 30%-regeling verkort met de periode tussen de ingangsdatum van het dienstverband in Nederland en de afgiftedatum van de 30%-regeling door de Belastingdienst.
Parttime werken leidt niet tot een evenredige verlaging van de salariseis. Wel is er een uitzondering gemaakt voor ouderschapsverlof en zwangerschapsverlof.
Zwangerschapsverlof / ouderschapsverlof laat uw recht op behoud van de 30%-regeling onverlet, ook als uw salaris gedurende een bepaalde periode onder de salarisgrens ligt. Bij het aanvragen van zwangerschapsverlof en/of ouderschapsverlof behoudt de werknemer de uitkering van de 30%-regeling op basis van het salaris dat geldt voor de in de arbeidsovereenkomst genoemde arbeidsduur.
De 30%-regeling is een persoonlijke uitkering en bij toekenning wordt er op naam van de werknemer een beschikking afgegeven voor de specifieke dienstbetrekking op dat moment. De nabestaanden en/of partner van de werknemer kunnen geen gebruik maken van de 30%-regeling. Er zijn wel enkele voordelen verbonden aan vermogensbelasting en het inwisselen van hun buitenlands rijbewijs.
Als de werknemer in Nederland een baan heeft gevonden en een partner heeft die meereist, is het raadzaam dat de partner een baan zoekt en accepteert voor vertrek naar Nederland. Zo kan ook de partner profiteren van de 30%-regeling.
Als een partner meeverhuisd naar Nederland en vervolgens een baan vindt, wordt de partner beschouwd als lokaal aangeworven en voldoet deze niet aan de voorwaarde om vanuit het buitenland te zijn geworven.
U kunt de 30%-regeling samen met een werknemer aanvragen met een arbeidsovereenkomst voor bepaalde tijd of voor onbepaalde tijd. Als de werknemer in aanmerking komt voor de 30%-regeling, wordt deze voor de maximale duur van 5 jaar toegekend. Aangezien de 30%-beschikking gekoppeld is aan het dienstverband, bestaat er na afloop van het dienstverband in principe geen recht meer op de 30%-regeling.
De uitkering van de 30%-regeling stopt automatisch wanneer het dienstverband stopt, ook als de duur van de toegekende 30%-regeling nog niet is afgelopen. In de meeste gevallen zal de werknemer in dat geval van werkgever veranderen en de 30%-regeling overdragen.
De 30%-regeling van de werknemer is gekoppeld aan de werkgever. Alleen de op de 30%-beschikkingsbrief genoemde Nederlandse werkgever mag de 30%-regeling in de loonlijst verwerken.
Als de werknemer van werkgever verandert, moet de 30%-regeling opnieuw aangevraagd worden voor de resterende duur van de reeds toegekende 30%-regeling. Let op: er mag maximaal 3 maanden zitten tussen het einde van het dienstverband bij de vorige Nederlandse werkgever en het aangaan van de arbeidsovereenkomst met de nieuwe Nederlandse werkgever. Indien deze periode langer is dan 3 maanden, wordt de 30%-regeling niet meer toegekend.
Verandert een werknemer (formeel) van werkgever binnen een organisatie of via een fusie/overname, dan kan het zijn dat de werknemer en werkgever opnieuw de 30%-regeling moeten aanvragen. Als de onderneming voor de loonheffing een SGI is, is dit in sommige gevallen niet nodig.
Op grond van de Nederlandse belastingwetgeving kunnen extraterritoriale kosten belastingvrij worden vergoed.
Een werkgever heeft de mogelijkheid om de werkelijke extraterritoriale kosten te vergoeden of de 30%-regeling toe te passen als aan alle voorwaarden is voldaan.
Als de werkgever de werkelijke extraterritoriale kosten wil vergoeden, moet de werknemer deze redelijkerwijs gemaakte kosten aannemelijk maken. De Belastingdienst kan deze controleren in de administratie van de werkgever.
Bij de aanvraag en toekenning van de 30%-regeling kan de werkgever een heffingsvrije vergoeding geven van maximaal 30% van het loon, inclusief de toeslag, of de werkgever kan er ook voor kiezen om 30/70 van het loon exclusief de vergoeding als onbelaste vergoeding. In dat geval hoeven de kosten niet aannemelijk te worden gemaakt en is er geen administratie over deze kosten nodig.
Als de werkgever een aanvullende vergoeding of voorziening wil geven voor de werkelijke extraterritoriale kosten (naast de 30%-regeling), wordt dit voor de werknemer als belastbaar loon aangemerkt.
De volgende lijst zijn voorbeelden van extraterritoriale kosten:
Schoolkosten voor kinderen van de werknemer kunnen naast de 30%-regeling onbelast worden vergoed. Er is geen maximumbedrag aan scholingskosten van toepassing, dus in principe kunnen alle scholingskosten belastingvrij worden vergoed. De enige voorwaarde is dat de kosten alleen kunnen worden vergoed bij scholing op een internationale school of een school met een internationale afdeling.
Daarbij moet aan de volgende voorwaarden worden voldaan:
Doet een werknemer wetenschappelijk onderzoek bij een aangewezen onderzoeksinstelling, of is de werknemer arts in opleiding tot specialist, dan kan de werknemer altijd gebruik maken van de 30%-regeling en geldt er geen salarisgrens.
Werknemers werkzaam als arts in opleiding tot specialist bij een opleidingsinstituut aangewezen door de volgende aanstelling medische instellingen:
De MedischSpecialistenRegistratieCommissie De Sociale Geneeskundige Registratie Commissie (Sociaal-Geneeskundigen Registratie Commissie) Huisarts en Verpleeghuisarts Registratie Commissie aangewezen opleidingsinstituut
De volgende lijst geeft een overzicht welke instituten tot wetenschapsinstituten zijn benoemd:
Openbare universiteiten van Leiden, Groningen, Amsterdam, Utrecht, Delft, Wageningen, Eindhoven, Enschede, Rotterdam, Maastricht en Heerlen
Sbijzondere universiteiten:
Amsterdam, de Vereniging voor christelijk wetenschappelijk onderwijs
Nijmegen, de Stichting Katholieke Universiteit
Tilburg, de Stichting Katholieke Universiteit Brabant
Openbare Graduate Schools:
Hogeschool Deventer
Hogeschool Leeuwarden
Hogeschool Velp
Gemeentelijke Hogeschool Amsterdam
Speciale Graduate Schools:
Alkmaar
de Stichting voor Hoger Beroepsonderwijs Noordelijk Noord-Holland
Amsterdam
de Stichting Hogeschool Amsterdam
de Stichting voor de Protestanten Christelijke en de Rooms-Katholieke lerarenopleiding voor het Basisonderwijs in Noord-Holland
de Stichting Amsterdamse Hogeschool voor de Kunsten
de Vereniging Gerrit Rietveld Academie, Hogeschool voor Beeldende Kunst en Vormgeving
Arnhem
de Stichting hogeschool voor de Kunsten Arnhem
de Stichting Gelderse Hogescholen
Breda
de Stichting Hogescholen Westen Midden Brabant
de Stichting Hogeschool voor Toerisme en Verkeer
Delft
de Stichting Agrarische Hogeschool van het Koninklijk Nederlands Landbouwcomité
Diemen
de Stichting voor Protestanten-Christelijk en Kamers- Katholiek hoger onderwijs te Amsterdam
Doetinchem
de Stichting PABO ‘Oost-Gelderland’
Driebergen
de Stichting Akademie ‘de Horst’
Dronten
de Nederlandse Christelijke Boeren en Tuindersbond
Ede
de Stichting voor Protestanten Christelijk Hoger Beroepsonderwijs op Gereformeerde Grondslag
Eindhoven
de Hogeschool Eindhoven, de Stichting Hoger Onderwijs Zuid-Nederland
de Pedagogisch Technische Hogeschool Nederland, de St. Hoger Onderwijs Zuid-Nederland
de Stichting Katholieke Hogeschool voor Pedagogisch Onderwijs ‘Hemelrijken’voor Eindhoven en omgeving
de Stichting akademie Industriële Vormgeving
Emmen
de Stichting Hoger Onderwijs Groningen
Enschede
de Stichting Academie voor Kunst en Industrie ‘Oost-Nederland’
de Stichting Hogeschool Enschede
Gouda
de Stichting Scholengemeenschap op Reformatorische grondslag ‘De Driestar’
s-Gravenhage
de Stichting Christelijk Hoger Beroepsonderwijs ‘Rijn-Delfland’
de Stichting Haagse Hogeschool
de Stichting Horecaf Hotelschool
de Stichting Koninklijke Hogeschool van Beeldende Kunsten, Muziek en Dans
Groningen
de Stichting Hoger Onderwijs Groningen
Haarlem
de Stichting Hogeschool Haarlem
Heerlen
de Stichting Hoger Beroeps Onderwijs Limburg
Helmond
de Stichting ‘De Kempel’
Hengelo
de Stichting Katholieke Opleidingen voor Onderwijsgevenden in Noord-Oost Nederland
s-Hertogenbosch
de Stichting Hogeschool voor Beroepsonderwijs ‘s-Hertogenbosch
de Katholieke Nederlandse Boeren en Tuinders Bond
de Stichting Hoger Onderwijs Zuid-Nederland
Kampen
de Stichting Christelijke Hogeschool voor de Kunsten ‘Constantijn Huygens’
Leeuwarden
de Stichting Noordelijke Hogeschool Leeuwarden
de Stichting Christelijk Hoger (beroeps-) onderwijs in Noord-Nederland
Leiden
de Stichting Leidse Hogeschool voor Beroepsonderwijs
Maastricht
de Stichting Hogeschool Maastricht
Roermond
de Stichting Hoger Onderwijs Zuid-Nederland
Rotterdam
de Stichting Hogeschool Rotterdam e.o.
de Vereniging voor Protestants-Christelijk Onderwijs
de Stichting Hogeschool voor Economische Studies Rotterdam
The Rotterdam University of Applied Sciences Foundation
Rijswijk
De katholieke HTO Stichting in de provincie Zuid-Holland
Sittard
de Stichting Hogeschool Zuid-Nederland
Tilburg
West Central Brabant University of Applied Sciences Foundation
Stichting Hoger Onderwijs Zuid-Nederland
Utrecht
Stichting Hogeschool Utrecht
Stichting Hogeschool voor de Kunsten
Stichting Katholiek Onderwijs voor de Pabo Utrecht
Stichting Protestants Christelijke PABO Utrecht
Venlo
Stichting Hoger Onderwijs Zuid-Nederland
Vlissingen
Stichting Hogeschool Zeeland
Wageningen
Stichting Hogeschool Diedenoort
Stichting STOAS
Zeist
Stichting Vrije Pedagogische Academie
Zwolle
Stichting Christelijke Hogeschool voor de Kunsten
Stichting Reformatorische Hogeschool
Stichting Katholiek Onderwijs voor de Pabo
Academische Ziekenhuizen bij de Openbare Universiteiten in Leiden, Groningen, Amsterdam, Utrecht, Rotterdam en Maastricht.
Academische Ziekenhuizen bij de Bijzondere Universiteiten in Amsterdam en Nijmegen.
bron: Minister van Justitie, 16 april 1996
Werkgever en werknemer kunnen gezamenlijk een aanvraag indienen voor de 30%-regeling. Bij gebruik van de 30%-regeling ruilt de ingekomen werknemer maximaal 30% van het oorspronkelijke loon in voor een belastingvrije vergoeding. Het oorspronkelijk overeengekomen loon wordt verlaagd met de belastingvrije vergoeding van maximaal 30%. Werkgever en werknemer moeten akkoord gaan met deze vermindering (volgens het arbeidsrecht) in een contract. Dit kan bijvoorbeeld middels een aanvulling op de arbeidsovereenkomst. Indien u een template van een addendum voor de 30% -regeling nodig heeft, neemt u dan even contact met ons op.
Eerder verblijf in Nederland mag in mindering worden gebracht op de maximale duur van de 30%-regeling. Het hangt af van de duur en het doel van uw vorige verblijf.
Artikel 10ef
1. Indien de ingekomen werknemer voor aanvang van zijn dienstverband bij de Nederlandse werkgever in Nederland werkzaam is of is geweest, wordt de duur van de 30%-regeling verminderd met de perioden van eerdere tewerkstelling en eerder verblijf.
2. Er wordt geen rekening gehouden met perioden van eerder dienstverband en eerder verblijf die meer dan vijfentwintig jaar voorafgaand aan het dienstverband zijn geëindigd.
3. Voor de toepassing van het eerste en tweede lid geldt dat de ingekomen werknemer geen dienstbetrekking heeft in Nederland indien hij in ieder geval maximaal 20 dagen in Nederland heeft gewerkt.
4. Voor de toepassing van het eerste en tweede lid geldt dat de ingekomen werknemer niet in Nederland verbleef indien hij in enig kalenderjaar van de vijfentwintigjarige periode niet langer dan zes weken in Nederland verbleef wegens vakantie, familiebezoek of andere persoonlijke omstandigheden . waarbij gedurende de periode van vijfentwintig jaar geen rekening wordt gehouden met een eenmalige periode van maximaal drie aaneengesloten maanden in Nederland wegens vakantie, familiebezoek of andere persoonlijke omstandigheden.
5. Voor de toepassing van het eerste en tweede lid wordt de werknemer geacht gedurende de gehele periode dat hij door een inhoudingsplichtige uit een ander land is geworven in Nederland in loondienst te zijn geweest.
De 30%-regeling kan alleen worden toegepast over loon dat belast is in Nederland en verloont wordt via een Nederlandse salarisadministratie. Remote werken kan gevolgen hebben voor belastingen en sociale zekerheid voor werknemer en werkgever.
Garden leave (ontslag/schorsing/inactiviteit)
Garden leave beschrijft de praktijk waarbij een werknemer die een baan verlaat (nadat hij ontslag heeft genomen of anderszins zijn of haar dienstverband heeft beëindigd) de instructie krijgt om tijdens de opzegtermijn weg te blijven van het werk, terwijl de werknemer nog steeds op de loonlijst blijft staan.
Als een werknemer is geschorst of vrijgesteld van arbeid tot het einde van zijn dienstverband, maar het salaris behoudt, mag gedurende de periode van inactiviteit geen gebruik meer worden gemaakt van de 30%-regeling voor deze werknemer.
De 30%-regeling eindigt direct op de eerste dag van het garden leave. Het maakt niet uit dat de officiële arbeidsovereenkomst nog niet is geëindigd.
De werknemer verliest in principe het recht op de 30%-regeling per de eerste dag van het garden leave. Vindt de werknemer echter binnen 3 maanden een nieuwe baan, dan kunnen de nieuwe werkgever en werknemer een nieuwe 30%-regeling aanvragen voor de resterende looptijd (mits de werknemer nog aan alle voorwaarden voldoet).
NUFFIC waardering van je masterdiploma
Voor de duur van de 30%-regeling dient te worden voldaan aan het minimum belastbaar jaarsalaris. Voor 2023 is het minimum salarisniveau EUR 41.954 (na berekening 30% regeling). Dit bedrag verandert elk jaar en elk jaar dient het belastbaar loon minimaal dit bedrag te zijn. Een verlaagd salarisniveau (voor 2023: 31.891 na 30% regeling) kan van toepassing zijn wanneer je jonger bent dan 30 en in het bezit bent van een masterdiploma. Zodra je 30 wordt, moet voor de verdere duur van de 30%-regeling aan het normale salarisniveau worden voldaan.
Met betrekking tot het verlaagde salarisniveau: als het masterdiploma buiten Nederland is afgegeven, kan de Nederlandse belastingdienst om een aanvullende waardering van het diploma vragen om te controleren of het diploma gelijk (of hoger) is aan een masterdiploma in Nederland . De evaluatie moet worden gedaan door de NUFFIC. Voor meer informatie verwijzen wij naar de volgende website: https://idw.nl/diploma-waardering.html .